Visitatie van omgevingsdiensten

Een van de onderdelen van pijler 6 ‘Monitoring kwaliteit milieutoezicht’ van het Interbestuurlijk Programma Versterking VTH is het inrichten van een systeem van visitatie van omgevingsdiensten.

Inzicht in wat, waarnaar toe en hoe
Het doel van het uitvoeren van visitaties is om inzichtelijk te maken hoe de omgevingsdiensten functioneren. Het in beeld te brengen van wat goed gaat en wat beter kan staat centraal. Dat beeld moet de besturen van de omgevingsdiensten helpen om te weten waar de omgevingsdienst staat, waar deze naar toe moet en hoe dit kan worden bereikt.

Leren en verbeteren: voor individuele omgevingsdienst én het collectief van 28 omgevingsdiensten
Door het uitvoeren van visitaties worden omgevingsdiensten gestimuleerd tot continu leren en het verbeteren van de VTH-processen en het monitoren van verbeteringen. Dat geldt zowel voor de individuele omgevingsdienst als voor het collectief van alle omgevingsdiensten.

Meer weten over het proces van visitatie bij omgevingsdiensten? Klik op onderstaande button om de brochure te bekijken.

Visitatiedata
23 en 24 januari 2024

Geagendeerd voor AB

9 december 2024

Visitatiedata
5 en 6 maart 2024

13 september 2024

Visitatiedata
26 en 27 maart 2024

12 september 2024

12 september 2024

Visitatiedata
24 en 25 april 2024

Visitatiedata
14 en 15 mei 2024

Visitatiedata
4 en 5 juni 2024

Visitatiedata
3 en 4 september 2024

Visitatiedata
24 en 25 september 2024

Visitatiedata
16 en 17 oktober 2024

Visitatiedata
30 en 31 oktober 2024

Visitatiedata
12 en 13 november 2024

Visitatiedata
3 en 4 december 2024

Visitatiedata
17 en 18 december 2024

Governance (uit notitie Governance visitatie, par. 2.4.1)
Omgevingsdienst NL verwacht van de dienst de volgende vervolgstappen ten aanzien van de opvolging van aanbevelingen:

  • De directie agendeert het Visitatierapport binnen een redelijke termijn* in het DB, publiceert het meteen daarna op zijn website en stelt Bureau Omgevingsdienst NL daarvan in kennis;
  • De directie stelt ter opvolging van de aanbevelingen een verbeterplan op. Geadviseerd wordt, dit plan gelijktijdig met het Visitatierapport in het DB te agenderen. In het verbeterplan wordt aangegeven welke verbeteracties in gang worden gezet, op welke wijze, met welke resultaatdoelen en binnen welke termijnen de verbeteringen worden doorgevoerd. Het plan geeft aan met welke frequentie de voortgang van de verbeteracties wordt gerapporteerd in het DB;
  • Het verbeterplan wordt binnen 4 maanden na oplevering van het definitieve Visitatierapport vastgesteld door het DB en vervolgens direct gedeeld met Bureau Omgevingsdienst NL. De dienst verleent Omgevingsdienst NL toestemming om het verbeterplan op de website van Omgevingsdienst NL te plaatsen.
  • In overleg wordt door het DB en de directeur van de OD in gezamenlijkheid besloten hoe en wanneer het visitatierapport en het verbeterplan wordt besproken in het AB.

* Drie maanden na oplevering van het definitieve Visitatierapport plaatst Bureau Omgevingsdienst NL het rapport op de website van Omgevingsdienst NL.

In het kader van de nieuwe wet op de Gemeenschappelijke Regelingen geldt ook een actieve informatieplicht voor de OD. De OD kan dit benutten om raden en Staten te informeren. Uitgangspunt voor de opvolging van de aanbevelingen is dat de verantwoordelijkheid ligt bij het DB/AB van de dienst.

Met bovengenoemde werkwijze beoogt Omgevingsdienst NL transparantie te borgen en betrokken partijen in het VTH-stelsel -waaronder Omgevingsdienst NL zelf- in staat te stellen om vanuit de eigen positie zich op de hoogte te stellen van de voortgang. Het geeft ook de mogelijkheid in gesprek te gaan over de verbeteracties en wie welke rol daarin heeft.